Standbeelden
Kokadorus - Amstelveld
Gemaakt in 1977 door Erica van Eeghen. Kokadorus (echte naam: Meyer Linnewiel), geboren in Leeuwarden, verhuisde op jonge leeftijd naar Amsterdam. Hij verkocht lucifers op de Kalverstraat, maar toen hij merkte dat hij goed kon verkopen is hij standwerker geworden. Op het Amstelveld verkocht hij toiletartikelen en bretels ("Zó sterk, je kan er je schoonmoeder aan ophangen!") en stond hij bekend om zijn politieke commentaren. Het verhaal gaat dat hij door Koning Willem III was uitgenodigd om op Het Loo te komen spreken. Daar aangekomen viel hij stil door zoveel luxe en kwam hij niet meer zo gevat uit de hoek. Sinds 1906 noemde hij zichzelf Professor Kokadorus. Waar die naam vandaan kwam is niet zeker, mogelijk is het een samenstelling van de namen van zijn grootvader Ko, zijn grootmoeder Ka en zijn vader Dorus, maar in werkelijkheid blijken deze personen anders te hebben geheten. In 1934 overleed Kokadorus, “De Keizer der Standwerkers” of, door zichzelf zo genoemd, “De Koopman van Noord-Venetië". Het standbeeld laat Kokadorus zien terwijl hij zijn bretels aanprijst.
Thorbecke - Thorbeckeplein
Gemaakt in 1876 door Ferdinand Leenhoff.
Johan Rudolph Thorbecke is de grondlegger van de democratie in Nederland. In 1848 gaf Koning Willem II Thorbecke de opdracht om de grondwet te herschrijven. Door rechtstreekse verkiezingen in te stellen kreeg het volk meer macht, wat leidde tot de moderne staat en de democratie zoals wij die nu kennen. Thorbecke was driemaal Minister van Buitenlandse Zaken. Het standbeeld werd vier jaar na de dood van Thorbecke onthuld, op 18 mei in 1876. Thorbecke heeft een aktetas onder zijn arm en de grondwet in zijn hand. Het beeld staat op het Thorbeckeplein, met het gezicht richting de Reguliersgracht. Na de werkzaamheden aan het plein in 2011 zou het beeld gedraaid worden; dit is om onverklaarbare reden echter nooit gebeurd.
Henk Henriët - Marnixplein
Tonia Sluyter, echtgenote van de kunstenaar, stond model voor dit standbeeld genaamd 'De Volksvrouw'. Het vertegenwoordigd alle vrouwen die de crisis van de jaren '30 wisten door te komen. De vrouw kijkt met een stalen blik richting de Lijnbaansgracht en straalt kracht uit met haar armen over elkaar heen. Henk Henriët en Tonia Sluyter hadden het niet breed in die tijd. Toch stond Henk altijd voor zijn mening: hij was namelijk lid van de communistische partij. Pas in 1967 is het gipsmodel in brons gegoten en neergezet op het Marnixplein.
Anne Frank - Westermarkt
Slechts enkele meters van het onderduikadres van de familie Frank, op de hoek van de Prinsengracht en de Westermarkt staat dit bronzen beeldje dat herinnert aan de 15-jarige Anne Frank die tijdens de Tweede Wereldoorlog in concentratiekamp Bergen-Belsen is vermoord. Het beeld werd op 14 maart 1977 onthuld door burgemeester Samkalden. Men vermoed dat 14 maart de sterfdag was van Anne Frank. Het beeld toont Anne met haar handen op haar rug terwijl ze vol hoop omhoog kijkt, zoals we haar kennen uit de dagboeken.
Theo Thijssen - Lindengracht
Op de 100e geboortedag van schrijver Theo Thijssen werd zijn standbeeld onthuld door toenmalige burgemeester Wim Polak. Theo Thijssen is bekend door roman "Kees de Jongen", over de bijna 12-jarige Kees Bakels. En wie Kees Bakels zegt, zegt: de zwembadpas. Het was een speciale manier van lopen waardoor je sneller vooruitkomt, bedacht door Kees. Je loopt als het ware alsof je voorover valt. Theo Thijssen was naast schrijver nog veel meer. Hij was onderwijzer, vakbondsman, sociaal-democratisch kamerlid en bovenal ook Amsterdammer en Jordanees. Hier geboren als zoon van een schoonmaker ging hij met een beurs van het rijk naar de Rijkskweekschool voor Onderwijzers in Haarlem. Theo Thijssen stelde, ondanks het destijds nog heel autoritaire onderwijs, altijd het kind centraal en hij ging ervan uit dat naar school gaan en les krijgen voor kinderen plezierig moest zijn.
Woutertje Pieterse en Femke - Noordermarkt
Gemaakt in 1976 door Frits Sieger.
Het standbeeld is geplaatst ter ere van het boek 'Woutertje Pieterse', geschreven door Multatuli. Het was de tweede roman van Multatuli en één van zijn bekendste op 'Max Havelaar' na. Multatuli wilde het boek in eerste instantie niet publiceren; zijn weduwe heeft het na zijn dood gedaan, waardoor hij nooit van het succes heeft kunnen genieten. Woutertje Pieterse is een Amsterdamse jongen met veel dromen en nieuwsgierigheid, maar hij wordt geremd door de kleinburgerlijkheid van zijn omgeving. Een jongen met veel ideeën die zich stoort aan de bekrompenheid en het gebrek aan het openstaan voor verandering. In het boek beschermt hij Femke tegen een stel kwajongens en krijgt een kus als beloning. Dit speelde zich af op de Noordermarkt, vandaar dat het standbeeld van de twee personages op deze plek staat. Het boek wordt gezien als één van de klassiekers in de Nederlandse literatuur.
Multatuli - Torensluis
Gemaakt in 1987 door Hans Bayens.
Het beeld is onthuld door Koningin Beatrix en is gemaakt ter gelegenheid van de 100e sterfdag van Eduard Douwes Dekker, die schreef onder pseudoniem Multatuli. Zijn bekendste werk is 'Max Havelaar': een aanklacht tegen de uitbuiting en onderdrukking van de bevolking van Nederlands-Indië. Enkele straten verderop bevindt zich het adres dat Eduard Douwes Dekker noemde in Max Havelaar, waar de fictieve koffiemakelaardij "Last & Co" op Lauriergracht 37 gevestigd zou zijn. Op dit adres was destijds een klooster gevestigd en dus geen koffiemakelaardij. Inmiddels staan er woonhuizen, met naast de deur toch nog een bord met de naam van de koffiehandelaar.
Johnny Jordaanplein
Eenheid de Sterkste Keten - Noordermarkt
Dit standbeeld is geplaatst ter nagedachtenis aan de Jordaanoproer in 1934. Het zijn drie vrouwen die verbonden zijn door een brede band. Dit staat symbool voor de vrouwen die zich verenigden tegen de kortingsmaatregelen van Colijn, wat de Jordaanoproer veroorzaakte. Tijdens de crisis in de jaren '30 was er een hoge werkloosheid, met name in arbeidersbuurten zoals de Jordaan. Gezinnen leefden in kleine huizen met slechte leefomstandigheden en leden honger. Op 4 juli 1934 vond er een protestvergadering in de Jordaan plaats, georganiseerd door het 'Werlozen Strijd Comité'. Na deze vergadering gingen bezoekers de straat op wat uitmondde tot een hevige demonstratie. De volgende dag waren de opstanden nog niet voorbij; de bewoners dreigden bruggen in brand te steken, straten werden gebarricadeerd en opgebroken. De politie en later zelfs het leger trad hard op, in opdracht van minister-president Hendrik Colijn. Er vielen veel gewonden en zelfs doden. Op 9 juli was de oproer zo goed als voorbij en werd de schade hersteld. Ondanks het feit dat er opstanden waren in andere buurten was het nergens zo hevig als in de Jordaan.