Hofjes aan de grachten
Grill's Hofje
Eerste Weteringdwarsstraat 19-35
Open: dagelijks 07.00 - 19.00 uur
Tussen de Spiegelgracht en de Weteringstraat vinden we Grill's hofje. De naam staat boven de omlijste toegangsdeur op nummer 19. Dit hofje kenmerkt zich door de oude lantaarn die aan de buitenmuur prijkt en de 18e eeuwse klok een deur verder.
In de regentenkamer, boven de marmeren schoorsteen, vinden we de namen en de sterfdata van de weldoeners van dit hofje: Anthonie en Elizabeth Grill, getrouwd op 20 October 1693. Het hofje had 8 beneden- en 8 bovenwoningen, bestemd voor in totaal 32 vrouwen; in elke éénkamerwoning woonden twee dames. Al in 1850 kregen de oudere dames elk de bescheiden luxe van een eigen kamer. Later werden ook elektriciteit en een werkende waterleiding aangelegd. Maar... om naar het toilet te gaan moesten de bewoonsters nog wel naar de binnenplaats.
Looiershofje
Nieuwe Looiersstraat 20-40
Open: ja, openingstijden onbekend
Wie via de Vijzelgracht de Nieuwe Looiersstraat ingaat ziet, even om de hoek, de drie eeuwen oude huizenrij. Op de gevel staat het jaartal 1665 en op het huis hangt een gevelsteen met de naam "De niwe Loeyerey", waarop je leerlooiers aan het werk ziet. De huizen aan de straatzijde behoren niet tot het hofje. Het jaartal 1829, wat onder de naam van het hofje staat, is het jaar waarin het hofje tot stand is gekomen. In tegenstelling tot andere hofjes was dit hofje niet bedoeld voor bejaarden maar hadden de huisjes dienst als particuliere huurwoningen. De huisjes zijn elk één kamer groot. In 1850 had jonkvrouwe Elias het beheer over dit hofje, een ingemetselde steen met een opschrift waarop haar naam wordt genoemd, is daar nog getuigen van.
Hodshon-Dedelshofje
1ste Weteringdwarsstraat 83-95
Open: nee, gesloten voor publiek
Als je geluk hebt staat de deur open... Dit statige hofje is sinds 1980 in bezit van Stadsherstel, dat het hofje heeft gerestaureerd. De naam verwijst naar het echtpaar Isaac Hodshon (1772-1855) en Isabella Dedel (1778-1865). Oorspronkelijk telde het hofje 20 woningen, bedoeld voor de bedienden van de families Hodshon en Dedel. Tegenwoordig zijn er 12 woningen, die alleen verhuurd worden aan alleenstaande dames boven de 60. Het bijzondere aan dit hofje is de brede, blinde muur aan straatzijde met een poort (waarop het familiewapen staat) en de grote, bijna vierkante ramen.
Op de binnenplaats staat de oorspronkelijke waterpomp, met een mooie lantaarn die wordt gedragen door 4 dolfijnen. Ook de vroegere toiletten zijn intact, tegenwoordig in gebruik als berging. Wat nu de tuin is, was vroeger het bleekveld. Hier werd de was gedroogd en gebleekt in de zon. Bijzonder aan dit hofje is de klok met één wijzer, die zich in de tympaan van het pand bevindt, onder de nok van het dak.
Zon's Hofje
Prinsengracht 159-171
Open: ma t/m vrij 08.00 - 18.00 uur
Vanaf de straat valt dit hofje niet op. Hier stond vroeger een Doopsgezinde Kerk, die geen facade aan de openbare weg mocht hebben. De lange gang, vroeger niet meer dan een spleet tussen de huizen, werd de Sonnegang genoemd, en later de Noachsgang. De Vereenigde Waterlandsche en Vlaamsche Gemeente hield haar diensten in de kerk "De Zon" op de Singel. Als tweede "vergaderlocatie" bezat zij ook "De Kleine Zon", op de plek van het huidige Zon's Hofje. In 1720 werd deze locatie verkocht aan de Friese Gemeente der Doopsgezinden, die de kerk op haar beurt "Arke Noach" doopte. Later verenigde de Friese Gemeente zich met De Zon, zodat Arke Noach overbodig werd. In 1755 werd besloten hier een hofje te stichten, maar het duurde tot 1764 tot de vergunning rond was. In 1800 is het hofje uitgebreid met een nieuwe vleugel en in 1882 nog met enkele woninkjes, tot het ruimte bood aan 32 vrouwen. De bewoonsters waren ongehuwd, tenminste drie jaar lid van de Doopsgezinde Gemeente te Amsterdam en 50 jaar of ouder.
Claes Reiniersz. Hofje
Keizersgracht 334-346
Open: nee, gesloten voor publiek
Dit hofje is net even anders dan de andere hofjes, gezien het in 1618 gesticht werd voor niet geheel onvermogende Rooms Katholieke Vrouwen. Hoewel het op de kaart van Balthasar Florisz (ca. 1625) aangeduid wordt als "Weduwenhof" konden ook ongehuwde vrouwen aanspraak maken op één van de 18 woninkjes in dit hofje. De vrouwen die hier destijds introkken betaalden bij intrede twee- tot driehonderd gulden en konden vervolgens gratis wonen. In 1866 werd de administratie van het hofje overgedragen van de afstammelingen van stichter aan de regenten van het R.C. Oude-Armenkantoor. De woningen werden nu tegen een bijdrage van slechts zeven gulden per maand beschikbaar gesteld aan in aanmerking komende alleenstaande vrouwen. Het hofje werd overigens, volgens het R.C.O.A.K. gefinancierd uit eigen vermogen. Het hofje had geen goede naam bij de Gereformeerde predikanten; zij overlegden in 1656 hun "Lijst van Paepsche Vergaderplaetsen in Amsterdam" aan Heren Burgemeesteren, waarin werd vermeld dat op de Keizersgracht, naast "het "Stifseltonneken" een ghestelijck weduwenhof van Claes Reiniersz (is) ghesticht, alwaer ghestelijcke weduwen en cloppen woonen en des vrijdags en donderdags wort er dienst ghedaen".
Hofje van Brienen
Prinsengracht 89-133
Open: ma t/m vr 06.00 - 18.00 & zat tot 14.00
In 1797 kocht Arnaut van Brienen een woonhuis, pakhuis en bierbrouwerij om deze samen te voegen tot een hofje. Hij noemde het hofje "Van Brienen´s Gesticht Hofje De Star", waarbij De Star verwijst naar de naam van de brouwerij. Architect Abraham van der Hart had enkele jaren nodig om het hofje te bouwen. De heer Van Brienen maakte nog net mee dat de eerste steen werd gelegd (april 1804) maar overleed voordat de bouw voltooid was. Zoon Willem Joseph van Brienen zorgde ervoor dat het hofje werd afgemaakt, waarna hij het reglement opstelde en gedurende 30 jaar de regent was. In 1806 werd het hofje in gebruik genomen door 20 Roomskatholieke oudere echtparen en 6 mannen. De begane grond was bestemd voor woningen en de bovenverdiepingen werden verhuurd als graanzolders. Later werden deze ook verbouwd tot woonruimten. In de 20e eeuw werd een aantal woningen samengevoegd tot tweekamerwoningen en werden de regels versoepeld. 's Avonds ging de deur nog wel op slot, maar de bewoners kregen wel een sleutel. De huidige eigenaar, Woningbouwvereniging Het Oosten, financierde een grootscheepse renovatie om de woningen te laten voldoen aan de normen van deze tijd. Elke woning heeft nu twee of drie kamers en een eigen keuken en badkamer. De binnenplaats van het hofje, waar vroeger de was te drogen en te bleken hing in de zon (bleekveld), is tegenwoordig een mooi aangelegde tuin. Regenten huren het hofje van Het Oosten en regelen de verhuur aan bewoners. Het hofje is nu voor mannen en vrouwen vanaf 45 jaar met een laag inkomen. Zowel gehuwden als ongehuwden zijn welkom en katholiek zijn is geen vereiste.
Deutzenhofje
Prinsengracht 855-899
Open: nee, gesloten voor publiek
Het Deutzenhofje is het grootste Amsterdamse hof uit de 17e eeuw, gesticht in 1692 uit de nalatenschap van Agneta Deutz en in 1694-1695 gebouwd. Mevrouw Deutz, naar wie dit hofje vernoemd is, had voor haar dood de erven gekocht voor circa f 10.000,- en de regenten benoemd. Boven de markante poort prijkt in wit marmer de tekst: “Agneta Deutz laat hier haar liefde en godsdienst blyken, Den Armen tot troost, tot voorbeeld van den ryken. Anno 1695”. Naast de tekst vindt men twee “putti”: kinderfiguren die diverse attributen dragen, zoals de vredespalm, wierookvat, vruchten en een duif. Tenslotte zijn de wapens van de twee echtgenoten waar Deutz weduwe van was: Een wapen met beren van Zacharias van Beresteyn en met de meerman van Gerard Meerman. Het hof bestond uit 20 vrije woningen en gaf onderdak aan dames. Er is een riante binnenplaats met aan het eind van het middenpad een hal met Dorische zuilen, waarin een uurwerk uit 1703 hangt.